Op 14 januari organiseerde de Atlantische Commissie in samenwerking met de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap (KVBK) een defensiedebat in Sociëteit 'De Witte' in Den Haag. Jozias van Aartsen (VVD), Frans Timmermans (PvdA), Bart van Winsen (CDA), Simone Filippini (D66), Jurn de Vries (CU) en Richard van der Wal (LPF) gingen voor een publiek van ruim 180 deelnemers met elkaar in debat over de toekomst van de Nederlandse krijgsmacht. De avond werd geopend door de voorzitter van de Atlantische Commissie, Jan Hoekema. Leonard Ornstein, journalist bij het tv-programma Netwerk en discussieleider van de avond, stelde vervolgens de deelnemers aan het debat voor en noemde de drie thema's waarover de politici zouden debatteren: namelijk defensie en het kabinet-Balkenende, Irak en interne veiligheid.

Eerst kregen alle politici de gelegenheid kort hun visie op de Nederlandse defensie te geven. Van Aartsen benadrukte dat Nederland ervaring heeft op het gebied van preventie en wederopbouw, maar een 'leemte' heeft op het gebied van de interventie. De VVD pleit daarom voor meer investeringen in defensie. Een 'expeditionaire' krijgsmacht is noodzakelijk, aldus Van Aartsen. Timmermans vond dat taken waarmee de Nederlandse krijgsmacht in de toekomst te maken krijgt, en middelen op elkaar afgestemd moeten worden. Daarvoor moet geld op een efficiëntere manier worden geïnvesteerd en meer in multinationale verbanden worden samengewerkt. De PvdA is tevens voorstander van een nieuwe defensienota. 
Van Winsen was tegen een nieuwe defensienota en pleitte voor betere interdepartementale samenwerking, onder andere tussen de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken. De krijgsmacht moet bovendien voorbereid worden op toekomstige taken, waaronder civiele taken. Net als Timmermans vond Van Winsen dat er geen extra geld voor defensie bij moest komen. De Vries benadrukte dat defensie wordt ondergewaardeerd en pleitte juist voor 50 miljoen euro extra, zodat de krijgsmacht beter zou zijn toegerust voor vredestaken en conflictbeheersing. Filippini vond eveneens dat de krijgsmacht toegerust moest zijn voor vredestaken, maar zonder verdere bezuinigingen op defensie. De aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF) zou volgens Filippini en Timmermans moeten worden teruggedraaid. 
Van der Wal pleitte voor een defensie-universiteit en rehabilitatie van Dutchbat. Daarnaast moet de krijgsmacht ook echt zwaar werk doen en zich niet beperken tot 'Melkertbanen in Kaboel', aldus Van der Wal.

Bij het eerste thema van de avond, 'defensie en het kabinet-Balkenende', gingen eerst Van Aartsen en Timmermans met elkaar in debat. Timmermans vindt het 'jammer' dat het kabinet-Balkenende het ambitieniveau heeft verlaagd en de operationele capaciteiten niet heeft versterkt. Daarnaast is het kabinet-Balkenende niet duidelijk geweest over de toekomst van het defensieapparaat. Timmermans sluit zich aan bij de conclusie van de commissie-Franssen, die in april advies uitbracht over het functioneren van de defensieorganisatie en die pleit voor een verandering van de structuur van de defensieleiding. Niettemin vindt Timmermans dat ook op centraal niveau kritisch naar het defensieapparaat moet worden gekeken. Van Aartsen benadrukte dat de PvdA, in tegenstelling tot de VVD, niet in defensie investeert. Timmermans wees vervolgens op de kabinetsonderhandelingen waarbij de VVD akkoord is gegaan met bezuinigingen op defensie. Van Aartsen benadrukte dat naast bezuinigingen ook is geïnvesteerd in defensie, maar gaf toe dat de VVD niet gelukkig was met het Strategisch Akkoord op dit terrein. De VVD was in de onderhandelingen niet de grootste partij, aldus Van Aartsen. Van Winsen benadrukte het besluit van het kabinet-Balkenende om te investeren in het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. Filippini pleitte voor een nieuwe defensienota die kan rekenen op een breed draagvlak en is het eens met de PvdA dat er duidelijkheid moet komen over de toekomst van krijgsmacht. Van der Wal was voor een reorganisatie bij defensie en voor extra geld als de productiviteit bij defensie niet toeneemt.

Het tweede thema waarover werd gedebatteerd betrof Irak. Het CDA wilde de rapportage van de wapeninspecteurs, die op 27 januari aan de VN-veiligheidsraad zou worden voorgelegd, afwachten. Na een besluit van de Veiligheidsraad moet bovendien nog een debat plaatsvinden in het parlement, aldus Van Winsen. De Vries pleitte voor een VN-resolutie die militair ingrijpen in Irak legitimeert, maar deed geen uitspraken over een eventuele Nederlandse bijdrage. Eerst dient de regering zich goed te laten adviseren door de militaire autoriteiten, benadrukte De Vries. Van Winsen vond het eveneens te prematuur om te kijken naar de Nederlandse bijdrage. Timmermans benadrukte dat VN-resolutie 1441 massavernietigingswapens betreft en niet de verwijdering van Saddam Hussein. Alleen met een VN-mandaat mag worden ingegrepen in Irak. Ornstein vroeg de partijen wat de gevolgen zijn voor ISAF (de multinationale troepenmacht die in Afghanistan op de veiligheid toeziet en vanaf februari onder leiding staat van het Duits-Nederlandse legerkorps) als een oorlog in Irak uitbreekt. Het CDA eist 'absolute veiligheidsgaranties'. Een 'exit strategie': terugtrekking bij problemen, aldus Van Winsen. Van Aartsen vond het opvallend dat voortdurend wordt gezegd dat de Verenigde Staten unilateraal zullen optreden, terwijl de Amerikanen hebben gekozen voor een route via de Verenigde Naties. Timmermans meende dat de Amerikaanse president George Bush zelf de indruk wekt unilateraal te willen handelen. Bush had ook zijn tevredenheid kunnen uiten over het feit dat tot nu toe geen massavernietigingswapens zijn gevonden in Irak, aldus Timmermans. Filippini was het met Timmermans eens en weest op andere regimes die zich niet aan VN-regels houden. Van Winsen, Van Aartsen en Filippini reageerden instemmend op de vraag van Ornstein of bij een oorlog tegen Irak Nederlandse militairen van ISAF zwaarder bewapend moeten worden. Op de vraag of er een militair offensief tegen Irak komt, zei alleen Van der Wal dat de kans groter is dan 50 procent.

Het derde thema van de avond betrof interne veiligheid en terrorismebestrijding. Ornstein vroeg de partijen of het leger meer politietaken moet krijgen. Van der Wal meende dat het onderscheid tussen interne en externe veiligheid aan het verdwijnen is. Het begrip 'veiligheid' moet daarom breder worden geïnterpreteerd. De LPF pleit daarnaast voor betere samenwerking tussen de ministeries van Justitie, Binnenlandse Zaken en Defensie. Is deze samenwerking onsuccesvol dan moet een 'Ministerie voor Veiligheid' worden opgericht. Filippini beaamde dat het onderscheid tussen interne en externe veiligheid aan het verdwijnen is. Binnen de Europese Unie moet op het gebied van terrorisme worden samengewerkt. Daarnaast dienen politiediensten beter met elkaar samen te werken. Filippini pleitte ervoor om iemand binnen het kabinet aan te wijzen die zich bezig houdt met veiligheid om zo 'versnippering' tussen de verschillende departementen tegen te gaan. Bovendien dient de krijgsmacht meer civiele taken te krijgen. Van Aartsen verzette zich tegen het idee van de LPF om een veiligheidsministerie te creëren, maar was het eens met Van der Wal dat de taken en verantwoordelijkheden van de krijgsmacht en de politie gescheiden dienen te blijven. 'Groen, groen, blauw, blauw', zei ook Timmermans.

Na afloop van het debat was er tijd voor enkele vragen uit de zaal. Op een vraag over de transatlantische betrekkingen benadrukte Van Winsen dat het unilateralisme van de Verenigde Staten wordt overdreven. Het is een gemeenschappelijk belang dat een coalitie tegen het terrorisme wordt gevormd. Van Aartsen vindt dat een debat met de Amerikanen moet worden bevorderd en benadrukte dat Europa en de Verenigde Staten de normen en waarden van de rechtstaat delen. Timmermans zei dat de Europese Unie, in tegenstelling tot de Amerikanen, denken aan het primaat van de internationale rechtsorde. De onderlinge verdeeldheid hebben de Europeanen wel aan zichzelf te danken, aldus Timmermans.

Wendy Bos - stagiaire Atlantische Commissie